#45 Luiheid als leidraad
24 augustus 2019
Soms is een reactie even onthullend als de feiten zelf. Voor deze zomer schreef ik een column over het aanvragen van een verklaring omtrent gedrag (VOG). Een recordaantal van 1,2 miljoen organisaties bleek zo’n VOG te vereisen in 2018.
De aanvraag van een VOG zit best elegant in elkaar. De toekomstige werkgever moet een aanvraag klaarzetten door aan te geven wat de aard van de functie is. De sollicitant ontvangt dan bericht om een VOG aan te vragen. Als vertrouwde derde beoordeelt de overheid die en de uitslag gaat naar de sollicitant. Zo wordt een strafblad niet bekend, maar kan de werkgever toch selecteren op delicten relevant voor de functie.
In theorie kan een VOG dus effectief zijn, maar in elk geval moet daarvoor de aard van de functie bekend zijn.Het idee achter deze overheidsdienst is dat wie zich eerder schuldig maakte aan bepaald crimineel gedrag dat ook in de toekomst eerder zal doen. Wie veel te hard heeft gereden kan daarom beter geen kinderen naar de voetbalclub rijden en wie eerder fraude pleegde is niet geschikt als penningmeester. Onderzoek – zo schreef het WODC – bevestigt dit in het algemeen. Maar niet altijd. De voorspellende kracht verdwijnt, naarmate het delict langer geleden is en varieert naar soort delict en de frequentie. In theorie kan een VOG dus effectief zijn mits daar rekening mee wordt gehouden. Al is het effect in de praktijk gering. Maar in elk geval moet daarvoor de aard van de functie bekend zijn.
Logisch dus dat minister Dekker (VVD) voor rechtsbescherming een motie ontraadde waarin werd voorgesteld burgers zelf een VOG te laten aanvragen. “Een vermelding van de precieze werkzaamheden door de werkgever is zeer relevant,” schreef hij op 21 mei.
Maar wederom is theorie geen praktijk. In het digitale proces blijkt het mogelijk dat elk bedrijf met eHerkenning een aanvraag kan klaarzetten voor elk ander bedrijf. In mijn column van 25 mei wees ik daarop met het verhaal van Max. Hij kwam terecht op een website die hem als sollicitant naar de functie vroeg. Daarmee zet de ondernemer achter de site een aanvraag klaar als ware hij zijn toekomstige werkgever. Het prijsverschil met het papieren proces maakt het mogelijk te claimen even duur te zijn als de gemeente en zo winst te maken.
Blijkbaar hangt het antwoord van de minister af van de vraag of zijn ministerie iets moet doen.Kamerlid Groothuizen (D66) stelde vragen. Hoe oordeelt de minister over een verdienmodel gebaseerd op het ontwijken van deze stap, die hij juist daarvoor “zeer relevant” noemde? De minister bevestigt de feiten, maar schrijft nu: “Ik vind het niet bezwaarlijk.”
Blijkbaar hangt het antwoord van de minister af van de vraag of zijn ministerie iets moet doen. Want wat op 21 mei nog maatschappelijk zeer relevant is en dus niet kan veranderen, kan enkele weken later zonder bezwaar worden ontweken als blijkt dat juist daarvoor iets moet gebeuren.
Arjan Widlak
Arjan Widlak is directeur en onderzoeker bij Stichting Kafkabrigade, die organisatie die onnodige bureaucratie opspoort en oplost. Arjan publiceert regelmatig over de impact van informatietechnologie op het openbaar bestuur.
Deze column verscheen op:
24 augustus 2019 in het Financieele Dagblad
15 oktober 2019 op iBestuur.nl