#59 Belangen afwegen in de AVG, inkomen of privacy?
Ouderen die zonder aanvulling op hun AOW onder het sociaal minimum komen, hebben recht op een aanvullende inkomensvoorziening (AIO). Echter slechts de helft van wie daar recht op heeft, vraagt die ook aan, zo concludeerde de Rekenkamer.
Ouderen die zonder aanvulling op hun AOW onder het sociaal minimum komen, hebben recht op een aanvullende inkomensvoorziening (AIO). Echter slechts de helft van wie daar recht op heeft, vraagt die ook aan, zo concludeerde de Rekenkamer. Dat zijn bijna 50.000 mensen. Mag de SVB die mensen nu schrijven of bellen om ze op hun recht te attenderen?
Bij de AOW, waarover ik kort geleden schreef, benadert de Sociale Verzekeringsbank (SVB) die de regeling uitvoert, mensen actief wanneer ze daar recht op krijgen. Dat kan, omdat de SVB weet wanneer iemand de pensioengerechtigde leeftijd bereikt. Aan deze regeling zijn meer voorwaarden verbonden. De meeste van die voorwaarden kun je afleiden uit de polisadministratie van het UWV. Mag de SVB nu haar bestanden met die van het UWV vergelijken om die mensen te vinden?
Nee, zo schrijft het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in een reactie op het onderzoek van de Rekenkamer. Want hoewel het ministerie het belang onderschrijft dat mensen krijgen waar ze recht op hebben, is dat niet proportioneel. Ook niet met de omvang van de schuld- en armoedeproblematiek in Nederland in gedachten. Hoe kom je tot die afweging?
Als er nu 50.000 mensen zijn die geen aanvulling aanvragen, dan schat de SVB de jaarlijkse instroom op zo’n 5.000 mensen. Om die mensen te vinden, moet je de persoonsgegevens verwerken van ongeveer de helft van de mensen die jaarlijks recht krijgt op AOW. Dat zijn bijna 100.000 mensen. Je kunt denken: je moet dus van veel mensen gegevens verwerken om een kleine groep mensen te vinden. Dat is niet proportioneel. Klopt dat?
Nee, want de vraag moet zijn: wat zijn de gevolgen voor de mensen die niet tot de doelgroep behoren? Voor de grootste groep geen, want je bent juist op zoek naar een kleine groep die er mogelijk wel recht op heeft. Voor die kleine groep zijn er gevolgen. Ze krijgen een brief of een telefoontje.
Dat is heel anders – en daarom heel nieuw – dan bij signalen van fraude. Niet eerder werd een dergelijke vorm van gegevensuitwisseling gebruikt ten behoeve van burgers die juist wel recht hebben. We doen dit vaak bij fraude, het tegenovergestelde. Daar zijn de gevolgen voor mensen die geen fraudeur zijn ook groot. Zij worden, net als de fraudeurs, op basis van een signaal geconfronteerd met controles, huisbezoeken of boetes als je te laat reageert. Hier krijgen mensen alleen een telefoontje dat ze waarschijnlijk recht hebben op een aanvulling op hun inkomen.
Het is goed om terughoudend te zijn met gegevensuitwisseling. Maar het is nog beter om te bedenken waarom: om gevolgen voor echte mensen in de echte wereld, niet voor de bits.
Arjan Widlak
Arjan Widlak is directeur en onderzoeker bij Stichting Kafkabrigade, die organisatie die onnodige bureaucratie opspoort en oplost. Arjan publiceert regelmatig over de impact van informatietechnologie op het openbaar bestuur.
Deze column verscheen op:
30 november 2019 in het Financieele Dagblad
5 februari 2020 op iBestuur.nl