Werkagenda "Waardegedreven Digitaliseren" naar de Kamer

8 nov.

Werkagenda

Terecht typeert de werkagenda zichzelf in de eerste alinea van de begeleidende Kamerbrief als "een eerste stap". Dat komt omdat de invulling van het werk uit de werkagenda veelal nog procesmatig is. Maar het is een eerste stap in een nieuwe richting: "de invulling voor een waardengedreven digitale transitie van Nederland". De toonzetting rond digitalisering is duidelijk veranderd ten opzichte van nog maar enkele jaren terug. Er is geen sprake meer van het lijdzaam volgen van de marketing of het vrije spel der krachten. Hier klinkt de wens politieke sturing te geven aan de hand van de vraag "in welke maatschappij willen we leven?" De werkagenda durft enkele moeilijke thema's op de politieke agenda te zetten en betrekt schijnbaar technische thema's op het leven van mensen. En dat elk jaar. Want de Kamer mag hierover jaarlijks "zowel een verantwoording als een actualisatie" verwachten.

De publieke waarden die de werkagenda expliciet maakt zijn veiligheid, democratie, zelfbeschikking, privacy en transparantie. Veel waarden die centraal staan als het gaat om vertrouwen in de overheid, zoals voorspelbaarheid, rechtvaardigheid, controleerbaarheid, rechtsbescherming of een gelijk speelveld staan niet expliciet in de werkagenda. Wel worden concrete ambities op dat terrein genoemd. Zo erkent de werkagenda dat het ieders "recht is om zijn gegevens in te zien, op te halen en te (laten) corrigeren," maar dat "de technische mogelijkheden nu nog beperkt zijn." Dat moet veranderen. Ook moet het begrijpelijk worden hoe partijen of instanties tot hun besluiten komen. De werkagenda zet, om dat te bereiken, ook het lastige thema van een zorgvuldige gegevenshuishouding en omgang met data op de agenda. Dit is "essentieel" en stelt "hoge technische én procedurele eisen aan de verwerving, opslag, verwerking en het delen van gegevens."

Dat dit niet alleen meer een vraag is van of voor individuele organisaties benoemt de werkagenda expliciet. Gegevensdeling moet beter in kaart gebracht worden. En ook de "governance van data binnen de overheid moet beter geregeld worden." Want "nieuw of gewijzigd beleid brengt tegenwoordig altijd (...) een opgave met zich mee, die zich niet beperkt tot specifieke (beleids)domeinen." De inrichting en uitvoering daarvan is daarom ook een overheidsbrede verantwoordelijkheid. Daarvoor worden "door mij overheidsbreed kaders ontwikkeld," schrijft de staatssecretaris, omdat "omgang met data en algoritmen bepalend is voor overheidsdienstverlening aan burgers."

De staatssecretaris benoemt bij de aanpak onder meer “het loslaten van de vrijblijvendheid in de zelfregulering op het terrein van digitalisering." En dat zal voor een belangrijk deel ook simpweg wel moeten. De werkagenda is dan ook sterk geinspireerd door de Europese regelgeving, zoals de Digital Markets Act, de AI Act, Digital Services Act, Data Act, eIDAS-verordening en de Accessibility Act. Soms is de tekst daarbij zowel tragisch als grappig. "Een voorbeeld van hoe ik richting aanbreng in bestaande initiatieven is het bekrachtigen van en toezien op de al geldende eisen ten aanzien van toegankelijkheid van websites van de overheid." Dat zijn eisen die al gelden sinds 2006 en - eigenlijk - nooit vrijblijvend waren. Maar misschien is dit ook hoopgevend. Want ook dat is zorgen voor vertrouwen in de overheid: doen wat je belooft.