Preventie en de onzichtbare hand

De markt en innovatie in de zorg - hoe gaat dat nu in de praktijk?

Met digitale technologie, zo is de verwachting, kunnen we allerlei voorspelbare problemen deels het hoofd bieden. Bijna elke innovatie van vandaag is of is tevens een innovatie met digitale technologie. Daarom is er aandacht voor innovatoren in de zorg die deze technologie willen inzetten. De (impliciete) verwachting is, dat innovaties van allerlei individuele spelers in het vrije spel der krachten leiden tot de collectief gewenste waarden, al dan niet met relatief kleine of tijdelijke aanpassingen van de kaders. Maar werkt het ook zo? Is innovatie in het vrije spel van gevestigde belangen inderdaad gericht op collectieve waarden? Welke prikkel krijgen innovatoren? Waarom? En welke onzichtbare hand blijkt uit het resultaat? In dit onderzoek wordt een (voorlopige) analyse gemaakt aan de hand van twee casus.

Documenten

Onderzoek en narratieven

Download het onderzoek inclusief narratieven (ODT, 36 pagina's, 191,4 kB)

Download het onderzoek inclusief narratieven (PDF, 36 pagina's, 335,9 kB)

Narratieven in odt

Download narratief "Hulp gezocht - de ondernemer" (ODT, 3 pagina's, 56,8 kB)

Download narratief "Kiene kleren - de gemeente" (ODT, 3 pagina's, 57,1 kB)

Download narratief "Kiene kleren - de ondernemer" (ODT, 3 pagina's, 56,7 kB)

Narratieven in pdf

Download narratief "Hulp gezocht - de ondernemer" (PDF, 3 pagina's, 82,4 kB)

Download narratief "Kiene kleren - de gemeente" (PDF, 3 pagina's, 80,3 kB)

Download narratief "Kiene kleren - de ondernemer" (PDF, 3 pagina's, 78,9 kB)

Kernpunt: als alles kan, kan er weinig

Als alles kan, kan er weinig. Regels, standaarden en duidelijkheid in het algemeen blijken voorwaarden voor zowel het tot stand komen van de innovatie überhaupt als voor het richten van de innovatie op het publieke belang. Zonder blijken deze samenwerkingen een onderhandeling tussen geïnstitutionaliseerde belangen met hoge transactiekosten waarvan het resultaat ongewis is.

Belangrijke waarnemingen

  • Grote behoefte aan duidelijkheid bij innovatoren. De innovatoren willen opereren binnen duidelijke kaders en met klanten die kunnen beslissen. (Of juist de wens om vaste financiering te krijgen zonder kaders, maar wie wil dat niet.)
  • Ondernemers veronderstellen (ten onrechte) een markt waarin de afnemer beslist. De innovatoren benaderen de markt niet vanuit de wetgeving met een analyse van de financiële regelgeving om daarin een niche te vinden, maar ontdekken gaandeweg hoe de markt en de regelgeving in elkaar zitten.
  • De markt en de transactie blijkt lastig kenbaar. De markt blijkt eisen te stellen die niet makkelijk transparant te maken zijn, te begroten of te plannen. Er blijkt geen duidelijke markt waarop met één product en één benadering schaal bereikt kan worden. De markt moet in belangrijke mate (nog) geschapen worden en dit vraagt grote hoeveelheden bi- en multilateraal overleg.
  • De vraag volgens het beleid blijkt niet de vraag in de praktijk. De vraag die er in ronkende beleidsteksten lijkt te zijn en de vraag zoals die blijkt uit de ervaren marktprikkels zijn niet hetzelfde. De innovatoren kunnen zich niet richten op individuele transacties, maar maken gaandeweg een onderhandeling over de kaders tot onderdeel van de "business".
  • Een business case blijkt afhankelijk van initiatief van derden. Dit geldt zowel voor private business cases als voor publieke. In de ene casus blijkt financiering in vrijwel elk domein mogelijk, maar vereist afspraken tussen andere partijen onderling, zoals gemeente en zorgkantoor of zorginstelling en zorgverzekeraar.
  • Een mogelijkheid tot financiering, betekent nog niet dat het hulpmiddel de patiënt kan volgen. Al kan een hulpmiddel uit elke regeling gefinancierd worden, dat maakt nog niet dat het hulpmiddel de patiënt kan volgen. Hoewel er goede redenen kunnen zijn voor financiële differentiatie, is aandacht voor overdracht tussen financiële domeinen wenselijk.
  • Coördinatiesystemen voor publieke waarden. Uiteraard zijn vergelijkbaarheid, continue verbetering van de kwaliteit en verlaging van de prijs geen zaken die ondernemers nastreven. Er zijn mechanismen die ondernemers daartoe kunnen dwingen in een goed functionerend systeem. Concurrentie kan leiden tot prijsverlaging. Standaardisatie kan leiden tot vergelijkbaarheid. Dergelijke ambities vragen minder om een blik vanuit de markt en meer om een blik (visie) op de markt.
  • Wanneer werken regels? Ondernemers innoveren op een specifiek terrein, niet op elk terrein. Op die andere terreinen is de vernieuwing niet altijd een verbetering. Zelfs op terreinen waarop goede standaarden beschikbaar zijn of de regelgeving kwalitatief goed is, is het niet vanzelfsprekend dat die gebruikt en gevolgd worden. Regels (en standaarden) zijn alleen effectief als ze gekend zijn.
  • Individuele keuzes blijken niet altijd op te tellen tot de gewenste publieke waarden in het huidige spel van vrije krachten. Een innovatieparadigma werkt slechts wanneer het terrein waarop de ondernemer innoveert prikkelt tot kwaliteitsverbetering (of kostenverlaging) en wanneer er toezicht is volgens een toegankelijk minimum kwaliteitsniveau op de terreinen waarop de ondernemer niet innoveert.

Implicaties voor het beleid

  • Van ruimte versus zekerheid naar ruimte en zekerheid. De vorm van regelgeving doet er toe. Het is goed mogelijk om regels zo vorm te geven dat ze zowel duidelijkheid geven als ruimte voor innovatie. Dat vraagt echter iets van wetgever en beleidsmakers.
  • De rol van kennis is essentieel voor regelgeving die werkt voor innovatoren. Juist kennis aan de kant van de wetgever en beleidsmakers is voorwaardelijk voor regelgeving die zowel duidelijkheid geeft als ruimte biedt.
  • Gebrek aan overzichtskennis, niet specialistische kennis. Veel meer dan het veronderstelde gebrek aan specialistische kennis is handelbare overzichtskennis nodig, die specialistische kennis uit juridische en technische hoek overbrugt.
  • Het idee dat innovatie makkelijker is zonder regels of met open normen blijkt een misvatting. Innovatoren blijken er juist belang bij het hebben niet op elk terrein het wiel te moeten uitvinden. En op veel terreinen willen ze simpelweg weten: wanneer is het goed (genoeg)?
  • Er zijn vele mogelijkheden om de waargenomen barrières weg te nemen, maar ze vragen alle om een 'zichtbare hand'.